Minister Dijsselbloem van Financiën en minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu stuurden vandaag de Tweede Kamer een brief over de financiële aspecten rond de opslag en eindberging van radioactief afval door COVRA. Interessant zou je denken, maar het is min of meer een weinigzeggende opsomming uit de Covra jaarverslagen, en vooral ook uit de documenten die Laka ontving na een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur. Weinig nieuws, dus.
Voor de lange termijn is er een fonds dat er toe moet leiden dat er in 2130 een bedrag van 2 miljard euro is voor de realisering van een eindberging van het radioactief afval. Want, eind vorige eeuw is uitgerekend dat een eindberging tussen de 1,5 en 2,5 miljard kost. De producenten van radioactief afval dragen bij in dat fonds.
Duidelijk was al dat de verwachtte groei van het geld voor de lange termijn achterblijft bij de ramingen door o.a. de lage rentestand. Dit werd tot nu toe aangevuld door de Covra, de beheerder van het fonds, maar dat kan eigenlijk niet meer gezien de slechte financiële situatie: de Covra teert teveel in op het eigen vermogen. ”Als deze lage rentestand aanhoudt zal dit naar verwachting leiden tot een negatief eigen vermogen bij COVRA, mogelijk al in 2016”, schrijven de ministers. Dat hoeft niet direct een probleem te zijn, maar toch: “Dit negatief eigen vermogen is wel een indicatie dat het kunnen voldoen aan de verplichtingen op lange termijn voor opslag en eindberging onder druk kan komen te staan.” Maar het is natuurlijk zo, dat de vraag of de Covra in 2130 over voldoende middelen beschikt voor de eindberging, niet alleen afhangt van het rente resultaat. “De daadwerkelijke kosten van de eindberging, de hoeveelheid afval, tarieven en beleggingshorizon bepalen mede of Covra uiteindelijk voldoende middelen zal hebben om aan haar verplichtingen te voldoen.”
Maar verder worden daar dan weer geen mededelingen over gedaan, terwijl al lang duidelijk is dat dan de tarieven voor de producenten van afval (flink) verhoogd moeten worden. Vreemd, en misschien een teken aan de wand, komt daar opeens de 'duale strategie’ naar voren die Nederland sinds kort heeft: internationale opslag. En concluderen de ministers: “Een internationale eindberging zou mogelijk kostenvoordelen met zich mee kunnen brengen.” Internationale opslag als besparingsmogelijkheid.
Ook wordt er nog meegedeeld dat er over de ontstane situatie overleg plaats vindt met de Covra. Een dooddoener ondertussen, want dat wordt al een jaar gezegd. Sterker, in de WOB-stukken blijkt dat er in 2011 al overleg is met de Covra over de tekorten en of de vervuilers niet gewoon meer moeten gaan betalen. Veel viel (en valt) er niet te lezen in die pakweg 200 pagina’s documenten: 90% van de tekst is weggelakt. Het weinige dat wel te lezen was gaf toen al geen rooskleurig beeld: “COVRA heeft onvoldoende mogelijkheden om het tekort t.o.v. de verwachting uit eigen middelen aan te vullen.”
Hoewel dat in deze brief door Dijsselbloem en Schultz van Haegen nu nog eens wordt herhaald, is de teneur van deze brief wel anders: Niets aan de hand, risico’s heb je nu eenmaal. “Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van groei van de middelen en kostenramingen zijn onzeker en vormen een risico voor de bekostiging van langetermijnopslag en eindberging. Dit risico is inherent aan het lange termijn karakter van de activiteiten en alle onzekerheden die dat met zich meebrengt.”
En wat doet het kabinet? Het gaat ons voor de zomer informeren over een analyse waarin “de inkomsten, de inrichting, risicoprofiel, zekerheden en het (geïntegreerd) middelenbeheer van de deelneming” worden meegenomen, met “het uitgangspunt dat geen onredelijke lasten naar latere generaties worden doorgeschoven.”.
We zullen zien.