ANVS: Ziekenhuizen krijgen de rekening voor het kernafval van Borssele

Toezichthouder ANVS heeft vastgesteld dat ziekenhuizen de rekening krijgen voor de financiële risico's die kernafvalbeheerder COVRA aangaat voor de verwerking en opslag van kernafval van de kerncentrale Borssele en de Hoge Flux Reactor in Petten. Dit is in strijd is met het wettelijke principe van 'de vervuiler betaalt'. De ANVS wilde COVRA daarom een dwangsom opleggen, maar trok dit voornemen begin dit jaar in nadat uit gesprekken met de COVRA bleek dat dit 'niet opportuun' was. Wel berichtte de ANVS staatssecretaris Van Veldhoven dat het 'kader voor de financiering van het beheer van radioactief afval onvoldoende is uitgewerkt'.
De informatie kwam vorige week naar buiten nadat Laka een Wob-verzoek had ingediend en COVRA een kort geding, om de documenten geheim te houden, had verloren.

Na de uitspraak van de kortgedingrecht in Breda, vorige week, heeft de ANVS de informatie over een inspectie bij de COVRA, waar Laka om vroeg, openbaar gemaakt. Tariefstijging COVRA 2016 - 2020

Uit de stukken blijkt dat de COVRA leveranciers van 'standaard' radioactief afval, zoals ziekenhuizen, vaste tarieven rekent. De COVRA heeft de afgelopen jaren forse verliezen geleden. Daarom zijn de tarieven voor standaard radioactief afval sinds 2016, toen de COVRA tarieven voor het eerst openbaar maakte, haast verdubbeld. Voor niet-standaard afval is dat anders. De COVRA sluit met aanbieders van hoogradioactief kernafval, waaronder de exploitanten van de kerncentrale Borssele en van de HFR in Petten, 'commerciële' langlopende contracten. Omdat daarin de tarieven voor contractafval voor vele jaren zijn vastgelegd en er geen risico-opslag is afgesproken, gaat COVRA's tariefstijging aan NRG en EPZ, de uitbaters van de HFR en van Borssele, voorbij. Tekorten van de COVRA worden alleen doorberekend aan de leveranciers van 'standaard' afval.

In de woorden van de toezichthouder ANVS:

De ANVS heeft echter geconstateerd dat in de langlopende contracten geen onzekerheidsmarge wordt aangehouden door COVRA. Dit heeft als gevolg dat de risico's niet bij de desbetreffende aanbieder van afval van het contract terecht komen, maar bij de COVRA. Als het risico zich verwezenlijkt gaan vervolgens alleen de kosten voor de aanbieders van de standaardtarievenlijst omhoog, omdat de langlopende contracten niet opengebroken kunnen worden en finale kwijting heeft plaatsgevonden. Dit leidt ertoe dat de aanbieders van afval uit de standaardtarievenlijst worden benadeeld ten opzichte van de aanbieders van langlopende contracten. Dit wordt versterkt doordat leveranciers van standaard afval niet de keuze hebben om langdurige tarieven af te sluiten of de mogelijkheid hebben om te onderhandelen over het tarief en andere leveringsvoorwaarden. Het selectief werken met langlopende contracten zonder hierbij een onzekerheidsmarge en een risico opslag te hanteren voldoet daarom naar het oordeel van de ANVS niet aan het vereiste van niet-discriminerend handelen.

Omdat de ANVS er op toeziet dat tarieven van de COVRA transparant, objectief en niet-
discriminerend zijn, wilde de ANVS begin 2019 een dwangsom van 90.000 euro opleggen. Echter, omdat COVRA in de loop van vorig jaar aangaf dat de contracten voor EPZ en NRG 'op commerciële basis' door 'experts' waren opgesteld, en verder weinig meer inzicht kon geven, heeft de ANVS de dwangsom ingetrokken, en de staatssecretaris van IenM geadviseerd "een regelgevend kader voor de financiering van de eindberging voor radioactief afval ontbreekt en ontwikkeld moet worden." Van dat laatste is tot nu publiekelijk nog niets vernomen.

Nucleair Nederland
Staatsbedrijf COVRA vormt samen met EPZ, NRG, URENCO, Pallas, en de TU Delft de vereniging Nucleair Nederland. Niet toevallig zijn alle leden, behalve COVRA, producent van 'niet-standaard' radioactief afval. Omdat het contractbreuk zou zijn als COVRA afvalcontracten eenzijdig aanpast, zitten de leden van de vereniging met langlopende contracten gebeiteld zonder risico opslag. De COVRA wentelt de financiële risico's voor het kernafval van Nucleair Nederland vervolgens af op de gezondheidszorg. Wrang is dat Nucleair Nederland al jaren probeert haar blazoen op te poetsen door te hameren op de bijdrage van nucleaire geneeskunde aan de gezondheidszorg, om ondertussen diezelfde gezondheidszorg op te zadelen met kosten voor (hoog)radioactief kernafval.

Uit de door de ANVS vrijgegeven stukken kan niet worden opgemaakt hoeveel ziekenhuizen betalen voor het kernafval van Borssele, de HFR, de TU-Delft en URENCO.

Hoe nu verder?
Het is al een tijd duidelijk dat  er van alles schort aan hoe kosten voor kernafval worden doorbelast aan de producenten ervan. Het is dan ook vast niet toevallig dat de (toen nog) minister van Milieu en Wonen Van Veldhoven op 17 januari dit jaar de Kamer informeerde dat de ANVS zich niet meer met beleid zou bezighouden, en de ANVS pal daarop de last onder dwangsom aan COVRA introk. In maart kondigde de ANVS dan ook aan de handen af te trekken van het eindberging-dossier. Maar zelfs dan kan de ANVS, als toezichthouder, niet zomaar afzien van haar plicht tot handhaving. Laka beraadt zich op dit moment dan ook over welke stappen verder te zetten.


Vind u ook dat producenten van kernafval de kosten voor hun kernafval zelf moeten dragen?
Steun Laka dan met een donatie!