Het is verkiezingstijd. In Groningen wil de PvdA de Eemshaven van het lijstje mogelijke locaties nieuwe kerncentrales en in Zuid-Holland is de eerste vraag in de Stemwijzer: “De provincie moet de eventuele bouw van een kerncentrale op de Tweede Maasvlakte tegenwerken.” Behalve VVD en PVV zijn ongeveer alle (grote) partijen in Zuid-Holland het eens met deze stelling.
Er zijn in Nederland nog drie mogelijke locaties voor nieuwe kerncentrales: Borssele, Eemshaven en de Maasvlakte (en niet de Tweede Maasvlakte) Dit zgh. Waarborgingsbeleid (via aanwijzingen in het Structuurschema Elektriciteits Voorziening -SEV) zorgt er al decennia voor dat bepaalde locaties geschikt moeten blijven voor de bouw van kerncentrales. Dat betekent planologische beperkingen (woningbouw, industrie) waar gemeentes en provincies geen zeggenschap over hebben.
Laka heeft in oktober alle partijen in de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Groningen opgeroepen in hun verkiezingsprogramma op te nemen dat de locaties geschrapt moet worden. Weinig van vernomen, toen.
Twee en een half jaar geleden (nov. 2012) was er in de Provinciale Staten van Groningen al een D66-PvdA-VVD-GroenLinks motie om de Eemshaven te schrappen. Hoewel het door vrijwel het gehele politieke spectrum gesteund werd, is er in Den Haag (met het toen net nieuwe VVD-PvdA kabinet) niets mee gedaan: zelfs geen vraag gesteld.
Nu zijn er blijkbaar (want ze zijn nog niet gepubliceerd), wel vragen aan minister Kamp gesteld over wijziging van SEV III zodat de Eemshaven niet langer vestigingsplaats is voor kerncentrales.
Uit een tussentijdse evaluatie van het SEV III, bleek in juli 2013 dat er, behalve de kans op aardbevingen die de PvdA nu noemt, voldoende redenen waren om het Waarborgingsbeleid te schrappen. De belangrijkste daarvan is de concentratie van productie: in 2020 zal 52% van de elektriciteitsproductie opgesteld staan op 4 locaties: Eemshaven, Maasvlakte, Borssele en Maasbracht. De concentratie van productielocaties heeft effecten die volgens de evaluatie ongewenst zijn.