Laka verzoekt Kamp Covra op te dragen alsnog werk te maken van eindberging
Vandaag heeft de Raad van State het beroep dat Stichting Laka samen met 35 particulieren tegen de uitbreiding van kernafvalopslag had aangetekend, afgewezen. Door de onzekerheid rondom de financiering van een eindberging is het risico dat kernafval nooit meer uit kernafvalopslag bij Vlissingen wordt verwijderd nu een stuk groter geworden. Laka zal de Minister van Economische Zaken daarom vragen om kernafvalbeheerder Covra alsnog te verplichten werk te maken van een veilige eindberging voor kernafval.
Laka had in haar beroep betoogd dat de uitbreiding van de kernafvalopslag geweigerd had moeten worden omdat niet duidelijk was hoe kernafvalbeheerder Covra ooit kernafval veilig zou afvoeren. De Raad van State stelt nu onomwonden dat de afvoer van kernafval met deze vergunning niet eens is toegestaan.
“De kans is vandaag een stuk groter geworden dat er rond het jaar 2100 geen eindberging zal zijn, en dat de bovengrondse opslag van kernafval in Zeeland voor onbepaalde tijd door zal moeten gaan.”, aldus D. Meijers, medewerker bij Laka.
In Europees verband heeft Nederland afgesproken kernafvalbeheerder Covra te verplichten werk te maken van een onderaardse eindberging voor radioactief afval. Laka had de Raad van State dan ook gevraagd de minister op deze verplichting te wijzen. De Raad van State vond echter dat Laka dit te laat aan de orde stelde en dat het ministerie zich hier niet meer goed tegen kon verweren. Daarom heeft de Raad van State deze verplichting niet getoetst.
Meijers: “Minister Kamp is dat echter gewoon verplicht, onafhankelijk van hoe of wanneer Stichting Laka dat precies aandraagt.”
Stichting Laka dient daarom bij minister Henk Kamp van Economische Zaken nu een wettelijk verzoek in om de Covra alsnog te verplichten werk te maken van een eindberging voor radioactief afval.