Eindelijk geeft ook de Minister van Economische zaken toe wat al minstens 35 jaar wordt gezegd door de antikernenergie-beweging en al even lang door de kernindustrie en autoriteiten wordt ontkent: bij de opslag van radioactief afval worden niet alle kosten doorberekend. In een aanpassing van wetgeving over radioactief afval (in verband met de implementatie van de Euratom richtlijn 2011/70) staat het duidelijk: "In Nederland wordt hieraan ('de vervuiler zorgt dat er voldoende middelen zijn', Laka) uitvoering gegeven doordat de COVRA de kosten voor de conditionering, tijdelijke opslag en de toekomstige eindberging van radioactief afval op een kostendekkende wijze in rekening brengt bij haar klanten. De kosten voor onderzoek en ontwikkeling van een inrichting voor eindberging zijn daarin momenteel nog niet verdisconteerd."
Duidelijke taal.
De veranderde wetteksten (vandaag 1 augustus gepubliceerd, het Koninklijk Besluit is al van 25 juni) zijn wel interessant: het beschrijft onder meer puntsgewijs de inhoud van het Nationaal Programma, waar overigens nog wel inspraakprocedures over komen. Zo'n Nationaal Programma moet elke lidstaat voor 23 augustus 2015 vastgesteld hebben. Voor het eerste algemene uitgangspunt hebben we alvast een goede tip: die luidt namelijk: "de beperking van het ontstaan van radioactieve afvalstoffen tot het praktisch haalbare minimum, zowel wat de activiteit als het volume betreft".
Een ander interessant punt is deze (Het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen, Artikel 40a, punt 3.f): "onderzoeks-, ontwikkelings- en demonstratieactiviteiten die nodig zijn om oplossingen voor het beheer van radioactieve afvalstoffen toe te passen"
Wat wordt precies bedoelt met demonstratieactiviteiten? Dat is nieuw: is dat een verwijzing naar een fase met een (ondergronds) test-laboratorium, zoals in andere landen (Frankrijk, Belgie), of zelfs een verwijzing naar komende proefboringen?
Verder wordt nog duidelijker dat export naar een andere EU-lidstaat of zelfs een derde land (onder voorwaarden) als een reële optie wordt gezien door de Richtlijn 2011/70Euratom. Nederland legt nu in wetgeving vast onder welke voorwaarden die export mag plaatsvinden.
Ook wordt in de toelichting nog kort gerefereerd aan de 9 zienswijzen die ingediend zijn naar aanleiding van het besluit op 14 december, waarbij die van Stichting Laka, de Stichting Noordelijke Ondergrond Afvalvrij en de provincie Groningen met name genoemd worden.
Daarover wordt gezegd: "De zienswijzen van de genoemde stichtingen bevatten hoofdzakelijk (rand)voorwaarden waaraan volgens hen moet zijn voldaan alvorens met een discussie over de eindberging kan worden begonnen. Dit onderwerp valt buiten de reikwijdte van het ontwerpbesluit. Wel zijn de (rand)voorwaarden ter kennisgeving aangenomen."
De drie wetten die met dit Koninklijk Besluit zijn aangepast, zijn:
- Het Besluit in-, uit- en doorvoer radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen;
- Het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen; en
- Het Besluit stralingsbescherming
Het Koninklijk Besluit is hier te vinden.