Na de internationale demonstraties tegen het vervoer van radioactief afval van Urenco naar Rusland, maandag, stuurde Minister Van Veldhoven gisteren een brief over het uraniumtransport naar de Tweede Kamer. In de brief zet ze uiteen waarom, volgens haar, het Kabinet, als aandeelhouder van Urenco, weinig tegen het transport kan ondernemen. De minister gaat in haar brief voorbij aan Nederlands' zetel in Urenco's internationale toezichtcommissie. In deze commissie heeft Nederland, samen met Duitsland en Groot Brittannië, een veto tegen Urenco's export van verarmd uranium naar Rusland.
Naar aanleiding van berichten over de export van verarmd uraniumafval naar Rusland vroeg Kamerlid Snel (D66) drie weken geleden aan Minister Hoekstra (CDA) van Financiën waarom Urenco, een Nederlandse staatsdeelneming, haar afval niet gewoon bij de Covra in Borsele opslaat. Vijf dagen later antwoordde Minister Van Veldhoven (D66) dat Nederland niet over Urenco Duitsland gaat en dat Urenco Nederland, ondanks een verleende vervoersvergunning, nog geen verarmd uranium naar Rusland had vervoerd.
Daarop vroeg Kröger (GroenLinks) aan Van Veldhoven of dat niet een kwestie van tijd was, en of de minister voor de Kamer wilde nagaan of Urenco Nederland, naast de vervoersvergunning, ook al een contract met Rosatom heeft.
Maandag stond het volgende transport vanuit Urenco Duitsland via de Amsterdam gepland, en waren er kleine demonstraties langs de route in Hengelo en Amsterdam. Door een demonstratie boven het spoor in Duitsland liep de uraniumtrein een dag vertraging op. (Op dit moment wordt in de Amsterdamse Amerikahaven Urenco's verarmd uranium op het schip de Mikhail Dudin gehesen).
Gisteren beantwoordde Van Veldhoven, voor het aangevraagde VAO Nucleaire Veiligheid uit, de vraag van Kröger. Volgens het Kabinet heeft Nederland, als aandeelhouder, geen inzicht in de contracten die Urenco sluit, en is er weinig zijn wat Nederland kan doen.
Naast aandeelhouder, bezet Nederland echter ook één van de drie zetels van de Gemengde Commissie van het Verdrag van Almelo. Die Commissie heeft, onder andere, de taak om te beslissen over de export van verarmd uranium. Als lid van die Commissie heeft Nederland praktisch een veto over de hele handel en wandel van Urenco.
In haar brief noemt Van Veldhoven de Gemengde Commissie ('Joint Committee') kort, maar gaat ze voorbij aan zowel Nederlands' rol hierin, of de bevoegdheid van de Commissie op grond van het Verdrag van Almelo om het uraniumexport naar Rusland te verbieden.
Het aangekondigde VAO Nucleaire Veiligheid is uitgesteld naar volgende week. In dat voortgezette overleg zullen Kamerleden Van Veldhoven wellicht vragen waarom het Kabinet mist creëert rondom de verantwoordelijkheid van het Kabinet voor Urenco's uraniumexport naar Rusland.