Wordt Nederland het afvalputje voor Frans kernafval?

EPZ, exploitant van kerncentrale Borssele, heeft het ministerie van IenW gevraagd of ze kernafval wat vrijkomt bij het opwerken van splijtstof in Frankrijk, mag uitruilen tegen ander kernafval uit Frankrijk. IenW heeft hier geen bezwaar tegen, zolang de totaal terug te ontvangen “potentiële stralingsbelasting” maar gelijk blijft. Heijnen, staatssecretaris van IenW, gaf dan ook aan NRG opdracht om een rekenmethode voor het vergelijken van vaten kernafval te valideren. Vorige week stuurde de staatssecretaris die validatie naar de Kamer, en wat blijkt: Waar EPZ normaal 2 vaten hoogradioactief kernafval uit Frankrijk retour krijgt, kan EPZ deze uitruilen voor 53 vaten Frans kernafval. In 100.000 jaar is de potentiële stralingsbelasting dan namelijk vergelijkbaar. Als Nederland zou besluiten voor 1 miljoen jaar - zo lang moet kernafval sowieso in de eindberging - dan zou EPZ tachtig vaten Frans kernafval terug moeten nemen.
Onduidelijk is alleen waarom EPZ Nederland het afvalputje voor Frans kernafval wil laten worden.


Als u het werk van Laka waardeert , kunt u donateur worden.
Alleen met uw steun kunnen wij ons werk blijven doen.


Uit het rapport van NRG blijkt dat er bij het opwerken van een ton verbruikte splijtstof 1⅛ vat warmte-producerend hoog radioactief verglaasd kernafval (CSD-V) en één vat met hoog radioactief samengeperst afval (CSD-C) vrij komt. Verglaasd kernafval is in glas gegoten splijtstofresidu, samengeperst afval bestaat vooral uit radioactief geworden splijtstofverpakkingen - dat verliest na een aantal jaar al zijn hitte. NRG heeft nu getoetst dat EPZ 1 vat CSD-V kan inwisselen tegen 52 vaten CSD-C - als ze dus rekening houdt met een eindberging van 100.000 jaar.

In 2004 wilde het Verenigd Koninkrijk grote hoeveelheden kernafval terug sturen naar onder meer Japan. Omdat kernafval-transport bewerkelijk en gevaarlijk is, is toen besloten om minder zendingen maar met hoger radioactief afval naar Japan te verschepen, en het lager radioactief afval in het Verenigd Koninkrijk zelf te bergen. Borssele-exploitant EPZ en Orano, de Franse opwerkingsfabriek, hebben nu ITP, Integrated Toxic Potential, de rekenmethode die indertijd werd ontwikkeld om kernafval mee te kunnen vergelijken, ook voorgesteld om Nederlands kernafval mee uit te ruilen. Omdat EPZ nu alleen lijkt te koersen op het accepteren van een groter volume aan kernafval, meldt NRG fijntjes: "De rechtvaardiging die in het VK gevonden [minder transportbewegingen, Laka], is daarom mogelijk nu niet volledig bruikbaar".

Want waar EPZ stelt dat kerncentrale Borssele per jaar nu anderhalve kubieke meter kernafval oplevert, wordt dat met de uitruil van CSD-V voor CSD-C sowieso zo'n veertig kubieke meter, voornamelijk kernafval afkomstig van het Franse Orano.

Belangrijke aantekening is dat het rapport van NRG alleen de validatie van de ITP-rekenmethode betreft. Op dit moment is nog onduidelijk of EPZ inderdaad CSD-V voor CSD-C vaten wil uitwisselen; het kan ook zijn dat EPZ en Orano heel ander kernafval in gedachten hebben. Laka heeft hier in maart een Wob-verzoek over ingediend, maar wordt nu al weer een tijdje aan het lijntje gehouden.

De staatssecretaris meldt wel dat het toetsingskader vanaf 1 januari 2023 zal worden toegepast en dat de ITP-methode zal worden gebruikt om afspraken te maken over kernafval-uitruil.