Voor eeuwig vast aan opwerking?

Het kabinet blijft bij haar voorkeur om kerncentrales verbruikte splijtstof in Frankrijk op te laten werken. Dat meldde staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat begin deze maand aan de Tweede Kamer. Ter onderbouwing van die voorkeur ligt er een nieuw onderzoek van NRG naar de gevolgen van opwerken voor milieu, veiligheid en proliferatie, en in hoeverre die gevolgen vergelijkbaar zijn met de gevolgen van directe opslag, dus zonder opwerken, van verbruikte splijtstof. Het kabinetsstandpunt heeft invloed op de backend van de mogelijke levensduurverlenging van kerncentrale Borssele en van eventuele nieuwe kerncentrales. Maar op het onderzoek van NRG is nogal wat aan te merken.

Opwerking van verbruikte splijtstof
Splijtstof blijft een jaar of vier in een  kerncentrale. Daarna moet het een  aantal jaar afkoelen in een waterbassin. Nadat het voldoende is afgekoeld gaat de verbruikte splijtstof van Borssele nu naar de opwerkingsfabriek in La Hague in Frankrijk. In La Hague wordt de verbruikte splijtstof opgelost en wordt de niet-verbruikte uranium en ontstane plutonium met een chemisch proces teruggewonnen (PUREX). De hoogradioactieve restproducten worden direct aangemerkt als radioactief afval. Dit wordt opgeslagen bij de COVRA en moet voor eeuwig naar een eindberging.
Nog maar een paar landen in de wereld (buiten Europa alleen Japan) werken splijtstof op. De opwerkingsfabriek in het Britse Sellafield sloot juli 2022 haar deuren - ‘opruimen’ gaat minimaal £120 miljard kosten en duurt een eeuw. In La Hague in Frankrijk gaat het ondertussen niet van leien dakje.

Na onderzoeken in 1975, 1997, 1999 en 2005 onderzocht NRG vorig jaar opnieuw de voor- en nadelen van het opwerken van verbruikte splijtstof. De staatssecretaris laat de Kamer weten dat uit het nieuwste onderzoek volgens NRG opnieuw blijkt “dat de keuze tussen opwerking en directe opslag neutraal uitpakt voor de veiligheid, voor non-proliferatie en ook in economisch opzicht, terwijl het vanuit milieu-oogpunt (en met name de hele splijtstofcyclus bekijkend, van grondstof tot afvalfase) gunstiger is voor opwerking te kiezen.” Dus, zo concludeert de staatssecretaris, “Er is derhalve geen aanleiding mijn [in december] geformuleerde beleidsuitgangspunt, de voorkeur voor opwerking van verbruikte splijtstof, te heroverwegen.

Om te beginnen lijkt de hele opwerkingsdiscussie een enorme ‘lock-in’: Borssele en Dodewaard hebben ooit besloten hun verbruikte spijtstof op te laten werken en daar is nu de Nederlandse kernafval-infrastructuur op ingericht. Zo slaat de COVRA vooral hoogradioactief afval uit opwerking op, en is voor het OPERA eindbergingsonderzoek niet uitgegaan van directe opslag van verbruikte splijtstof. Maar het kán anders: in Zwitserland wordt bijvoorbeeld in één gebouw zowel opwerkingsafval als verbruikte splijtstof bewaard. En zeker als het kabinet zo graag nieuwe kerncentrales bouwt, en een eindberging  pas in 2130  plant, kunnen alle opties nu nog op tafel liggen, toch?

Het literatuuronderzoek van NRG laat alleen een aantal stappen stappen weg uit het de backend van de de splijtstofcyclus voor opwerking. Zo noemen ze conversie wel als stap vóór verrijking van natuurlijk uranium maar niet ná opwerking ('2.1 De splijtstofcyclus', p.12). Uranium is in een kernreactor een vaste stof maar wordt als gas verrijkt, en dat omzetten van en naar gas heet conversie. Na opwerken moet uranium opnieuw worden verrijkt als het uranium opnieuw in een kernreactor moet worden gebruikt:

fixed it for NRG

Want als NRG stelt dat 95% van de splijtstof hergebruikt wordt - iets wat EPZ niet meer mag - moet al het opgewerkte uranium opnieuw worden verrijkt, en dus worden geconverteerd. Alhoewel Urenco alweer een tijdje schermt met plannen om opgewerkt uranium te verrijken, vindt conversie van opgewerkt uranium tegenwoordig alleen maar plaats in Rusland. Verder is die 95% hergebruik sowieso onzin, want verbruikte MOX en RepU worden niet opnieuw opgewerkt. En dan kan NRG in haar onderzoek wel 'MOX 2' opschrijven, in Frankrijk zijn ze zich aan het voorbereiden op eindberging ervan. Gaat Frankrijk dan ook verbruikte MOX uit Nederland bergen, vraagt u zich af? NRG maakt er geen woorden aan vuil...

Wat NRG wel recyclet is het oude verhaal dat kernreactor-plutonium ’praktisch ongeschikt’ is voor kernwapens. Even afgezien van wat dat betekent - ‘praktisch ongeschikt’ - is het onzin: het is goed mogelijk er kernwapens van te maken. In 1962 testte de VS al een kernwapen met kernreactor-plutonium.

Het  'minimaliseren' van kernafval is een uitgangspunt van het nationaal kernafvalbeleid NPRA wat op dit moment achter de schermen wordt geëvalueerd. De staatssecretaris spreekt met het onderzoek van NRG in de hand haar voorkeur voor opwerking uit omdat hiermee voor Nederland een kleiner volume aan radioactief afval overblijft. Wat in Frankrijk achterblijft, blijft onbesproken. En dan is het is toch ook weer gek dat EPZ wel op het punt stond goedkeuring te krijgen voor een volume-vermeerdering.

In relatie tot eindberging van kernafval zou er ook nog wel een debat moeten worden gevoerd over die volume-minimalisatie: Een eindberging moet sowieso worden aangelegd, Maakt het dan veel verschil wanneer de hoeveelheid verbruikte splijtstof een factor vier hoger is, als de eindberging sowieso plek moet bieden aan duizenden kubieke meters verarmd uranium en radioactieve kerncentrale-onderdelen?

GroenLinks heeft de staatssecretaris vorige week al vragen gesteld over het onderzoek van NRG.

(Met dank aan Herman Damveld)